Het is een donkere decemberavond, ongeveer twee weken voor Kerst, als ik Jan de Groot in de voormalige boswachterswoning spreek over de ontwikkelingen rond het natuurbeheer, schadebestrijding, beheer en jacht. Midden in het bos, omgeven door stilte en donkerte. Jan de Groot is voormalig boswachter in boswachterij de Amerongse Berg, en tegenwoordig actief in advies en uitvoering in bos- en natuurbeheer.
Jan heeft het natuurbeheer de afgelopen decennia van dichtbij zien veranderen: ‘Als 16-jarige kwam ik in het leerlingenstelsel van Staatsbosbeheer terecht en heb ik in verschillende gebieden gewerkt, onder andere Wieringermeer, Vaals, Texel en Kootwijk. Daarna kwam ik als 18-jarige in de Boswachterij Leersum terecht als bosarbeider/vellingsarbeider. Dat was in de tijd dat in Maarsbergen de vuilnisbelt nog open was en de kapmeeuwen die broedden in het Leersumse Veld zich voedden op de vuilnisbelt. Toen bestond de kolonie kapmeeuwen nog uit circa 2.500 broedparen. Zover landinwaarts, heel bijzonder! Die vogels heb ik zien vertrekken nadat de vuilnisbelt opgeheven werd. De populatie werd te klein en kon zich niet meer verdedigen tegen predatie, onder andere de vos. Hierdoor verdween niet alleen de populatie kapmeeuwen maar mede door een veranderde omgeving en verdroging ook soorten zoals de Dodaars en de Geoorde Fuut.‘
‘Als je terug kijkt zie je dat in die periode de biodiversiteit landelijk afgenomen is. Het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk was vroeger verantwoordelijk voor natuurbeheer. Staatsbosbeheer viel destijds onder Landbouw en Visserij en had vooral de regie over de bossen. Door het verdwijnen van het ministerie van CRM kreeg Staatsbosbeheer ook de terreinen van CRM onder haar hoede. Maar biodiversiteit in een bos is iets anders dan in overige natuurterreinen. Door de opkomst van de Provinciale Landschappen en Natuurmonumenten is wel diversiteit behouden. Zij hadden andere beheervisies dan Staatsbosbeheer. Juist het samenspel tussen particuliere grondeigenaren, terrein beherende organisaties, boeren en verschillende (gemeentelijke) instanties zorgt voor diversiteit in de natuur.’
Jan gaat er eens goed voor zitten als ik hem de vraag stel waar de natuurkwaliteit dan gebleven is in die jaren. Hij legt uit hoe dit zo heeft kunnen gebeuren. ‘Binnen de gebieden is groot verschil in de diversiteit en de mate waarin natuurdoelen gerealiseerd kunnen worden. Langs woonkernen is het onmogelijk hoge natuurdoelen te realiseren vanwege de recreatiedruk en de behoefte aan bijvoorbeeld losloopgebieden voor honden. Daarnaast is de verbinding tussen natuurorganisaties en agrariërs verloren gegaan. Natuurorganisaties en het agrarisch leven zijn hopeloos uit elkaar gegroeid, terwijl ze elkaar zo hard nodig hebben. In natuurgebieden waar gemaaid wordt om te verschralen is na het maaien vee nodig om als maaimachines het resterende gewas kort te houden. Natuurbeheerders zijn geen boeren en vee verdient aandacht. Boeren kunnen dat geven, want die verstaan het vee. Door elkaar te waarderen kun je samen doelstellingen realiseren. Zonder red je het echt niet! Daarom moeten we de boel ook niet op de spits drijven als het gaat om bijvoorbeeld de wolf. Daarvoor is geen plaats in Nederland. Daarnaast mist er een visie op de grote ver-thema’s. Verdroging, vermesting, vermasting en versnippering kunnen alleen aangepakt worden door een breed gedragen masterplan. Geen postzegelwerk, maar groot en toekomstgericht oplossen van problemen. Voor effectief herstel van natuurkwaliteiten is een bovenlokale aanpak nodig vanuit visie, met draagvlak. Je moet niet alles bij de boeren neerleggen, want die zijn niet de schuldige!‘
Jan ziet een grote rol voor een masterplan. Maar hoe krijg je dit van de grond? ‘Om zo’n masterplan kans op succes te geven zijn enkele randvoorwaarden noodzakelijk. Terrein beherende organisaties moeten meer ondersteuning krijgen voor planvorming om de grote problemen te onderzoeken en op te lossen. Basis van het plan moet gezamenlijkheid zijn. Gebruikers, beheerders en omwonenden moeten in gezamenlijkheid de opgaven realiseren. Daarmee vraag je niet alleen van de agrarische sector om mee te denken, maar horen ook de retailers aan tafel. In de uitvoering van zo’n plan zal de consument meer moeten betalen om alle puzzelstukjes op de goede plek te doen vallen. Maar de basis is gezamenlijkheid. Het is toch van de zotte dat boeren nu verplicht een cursus agrarisch natuurbeheer moeten volgen bij verpachtende organisaties, terwijl zij die het verplichten nooit op de boerderij komen!’
Om natuurkwaliteit te behouden moeten ook de middelen en mogelijkheden gecreëerd worden om bijvoorbeeld bij weidevogels predatoren te bestrijden. Ook daarin ziet Jan kansen: ‘Weg met het injecteren van mest in weidevogelgebieden! Het is moordend voor de bodemecologie en daarmee beïnvloedt het alles wat er op leeft. Populaties zijn zwakker, en extra kwetsbaar voor predatie door vossen, kraaien of andere predatoren. Daar moet doelgericht beheerd kunnen worden op predatoren en het gebied kan door agrarische maatregelen versterkt worden.’
Zo draait het gesprek naar schade, beheer en jacht. Waar ik eigenlijk voor kwam. Want in een themanummer natuur kunnen de faunabeheerders uit het veld niet ontbreken natuurlijk. Jan de Groot is natuurliefhebber en jager. Primair vanuit schade en beheers oogpunten. ‘ Neem de ganzenproblematiek, die eten bij de boer (economische schade) en vermesten vervolgens het natuurgebied waar ze gaan rusten (natuurschade). Daarom moet die populatie beheerd worden door het jaar heen. Jaarrond ganzenbeheer moet bijvoorbeeld mogelijk zijn. Maar in de praktijk zie je dat boeren, politiek en terreinbeheerders deze problematiek niet samen oppakken, maar ieder alleen zijn eigen straatje schoonveegt. Daarom pleit ik ervoor om ganzen op de wildlijst te plaatsen, en jaarrond beheer toe te staan in onder andere N2000 gebieden. Hiermee zal ook veel onnodige bureaucratie verdwijnen.’
Jagers vervullen een belangrijke rol in het Nederlandse landschap. Jagers staan in hun eigen tijd urenlang in de natuur om bijvoorbeeld reeën te tellen, ze bemiddelen bij de aanleg van landschapselementen op agrarische grond, verzorgen het akkerrandenbeheer en staan bij nacht en ontij klaar om met getrainde honden aangereden wild op te sporen en veelal uit hun lijden te verlossen. Jan zelf werkt bijvoorbeeld actief aan voldoende nestgelegenheid voor een stabiele eendenpopulatie door eendenkorven te plaatsen in het jachtgebied. Door akkerrandbeheer wordt gewerkt aan biodiversiteit, want ook jagers hebben baat bij een goede biodiversiteit. Alle gereedschappen, materialen, uitrustingen voor schade, beheer en jacht en de pacht van jachtgronden worden door jagers zelf bekostigd en geregeld.
‘Als je na al deze veldarbeid als rente op de arbeid kunt oogsten uit de natuur en bijvoorbeeld een haas kunt schieten, deze kunt slachten en uiteindelijk opeten geeft zo’n stukje vlees veel voldoening. Een jachtdag is geen dagje schiettent, dan ga je maar naar de kleiduivenbaan, nee het is een verantwoorde oogst met respect voor de natuur. Gooien met geoogste dieren gebeurt niet bij mij. Net als schieten op te grote afstand waardoor de dieren soms gewond kunnen raken zonder dat ze achterhaald kunnen worden. Zaken die een weidelijk (respectvol gedrag naar dieren) handelen in de weg staan.’
Jan is er diep van doordrongen dat jagers gasten zijn. Gasten op grond van eigenaren die hen de jacht gunnen. ‘ We zijn zo blij dat grondeigenaren altijd weer bereid zijn om ons de mogelijkheid te geven tot, schadebestrijding en jacht. Ondanks politieke druk op de jacht is het draagvlak in Nederland erg hoog. Door regelgeving ligt er wel continu een vergrootglas op de jagers. Het draagvlak dat er is moeten we koesteren door weidelijk gedrag, het aanleveren van gegevens in het Faunaregistratiesysteem, respect voor het wild en dankbaarheid aan de grondeigenaren.’
Diep in de avond rijd ik naar huis door het aardedonkere bos en denk ik na over de puurheid van het wild en de diepe noodzaak van schadebestrijding, beheer en jacht met kennis van zaken voor een krachtige diverse natuur. Een gesprek over de jacht maakt wel duidelijk hoe belangrijk het is dat we elkaar niet verliezen maar waarderen!!