Over verschillende onderwerpen hebben we al een gedeputeerde geïnterviewd. Dit interview hielden we met de gedeputeerde die gaat over de interne provinciale organisatie, Robert Strijk. Hij is ook portefeuillehouder van Financiën, Economie en Europa.
Hoe ervaart u het als stedelijk bestuurder uit Leiden nu een provincie met zowel stad als platteland te dienen?
De schok van stad naar platteland was niet zo groot: Leiden heeft ook een boer, eentje ja. De overgang van een gemeente naar een provincie vond ik veel groter. Je mist hier het Sociaal Domein, wat binnen de gemeente echt een groot onderdeel is én je hebt hier veel minder direct contact met inwoners. Ik vind het heerlijk om ietsjes meer strategisch en inhoudelijk met politiek-bestuurlijke vraagstukken bezig te zijn, maar dat directe contact mis ik af en toe wel.
Waar bent u het meest trots op van de afgelopen 2,5 jaar?
Als ik er echt één moet kiezen, dan is het wel dat het voorstel waarin de OMU aan het werk gaat met de intensivering en verduurzaming van bedrijventerreinen bijna unaniem is aangenomen. Dat vond ik echt gaaf. Misschien hadden jullie eerder verwacht dat ik zou beginnen over de huidige P&C-stukken (financiële stukken, zoals de begroting, jaarrekening, zomernota – redactie). Natuurlijk kijk ik daar ook met enige trots naar. Ze zijn op tijd, ze zijn echt beter, er wordt gewerkt met een doelenboom. Ik ben ook blij dat de Staten mij de tijd hebben gegund om hieraan te werken. Ik heb dat echt zo ervaren.
Hoe waardeert u de staat van de provinciale organisatie op het moment?
Als ik een cijfer zou moeten geven, zou ik het nu een 7 geven, en dat moet minimaal een 8 zijn. Er is nu beheersing en controle en we maken geen water meer, maar het blijft een lerende organisatie en het inslijten van bepaalde processen duurt echt wel even. Bovendien komen er ook steeds weer nieuwe opgaven op ons af. De wereld vraagt nieuwe dingen van ons en er komen ook nieuwe vragen naar de provincie toe. En ik denk dat er uit de formatie nog wel weer een paar stevige dingen onze kant op gaan komen. Denk aan de ontwikkelingen rondom stikstof en landbouw, woningbouw en de klimaat- en energietransitie.
Welke plannen hebt u nog voor de toekomst?
Wat ik in mijn portefeuille heel graag nog een goede slinger wil geven is de Utrecht Talent Alliantie, een programma waarin gewerkt wordt aan het bij elkaar brengen van sectoren waar een tekort is aan werknemers en werknemers die in een sector zitten die op termijn gaat verdwijnen. Dat is echt een knoeperd van een opgave. Ik zou het heel mooi vinden als we in Utrecht kans zien die banen die ophouden te bestaan zo soepel mogelijk te vervangen voor vacaturebanen. Dat is leuker voor de mensen, maar we hebben het als samenleving ook gewoon nodig. Dat is wat ik nu als het meest urgent ervaar. Een belangrijke vind ik ook de groeisprongdiscussie (een discussie waar het gaat over de begroting richting 2040). Ik vind het echt heel goed en gaaf om met de Statenleden een fundamentele discussie te voeren over de toekomst van de provincie. Ik hoop dat we die discussie zo kunnen vormgeven dat het een echt inhoudelijke discussie wordt en we niet verzanden in een politiek spel.
Mijn persoonlijke plannen heb ik nog niet zo scherp. Ik werd eigenlijk een beetje toevallig gedeputeerde. Ik was waarnemend burgemeester, precies tot op de dag dat ik gedeputeerde werd. Ik hoopte eigenlijk om daarna nog een keer ergens burgemeester te worden, maar ik ben ook wel heel erg gaan genieten van de politieke inhoud. Ooit ben ik gestart in het onderwijs. Dat zou ik ook nog wel eens willen doen. Maar aan de andere kant; je bent vaak efficiënter in je tweede periode en in het begin van mijn eerste periode moest ik me echt helemaal op de interne organisatie richten. Dus dat zijn argumenten om nog een keer mee te doen als gedeputeerde. Ik ben er echt nog niet uit.
Waaruit haalt u de inspiratie en drive die u in uw werk uitstraalt?
Allereerst leuk om te merken dat ik dat uitstraal. Nou, het is een eervolle functie. Het feit dat je dit mag doen… Ik voel het echt als een voorrecht om verschil te kunnen maken, om te initiëren, om grip te hebben. Initiëren, mensen bij elkaar brengen, verschil maken; daar krijg ik energie van.