17 december 2018
SGP: Zorgen over goed bestuur provincie
Inbreng SGP
(Achtergrond: https://utrecht.sgp.nl/actueel/achtergrond-uithoflijn/10029)
Voorzitter, ik neem u mee naar de eerste les projectmanagemnet met de volgende slides:
- Presenteer aan de Raad en de Staten bij de besluitvorming over de start van een groot projecteen complete en realistische raming van alle kosten, zodat zij in het kader van hun budgetrecht de kosten enbaten goed tegen elkaar af kunnen wegen.
- Werk aan het begin van een groot project het gekozen sturingsmodel éénduidig uit en pas hetconsequent toe.
- Zorg voor borging van de opvolging van adviezen.
Het zijn echter de aanbevelingen uit het eindrapport van de Rekenkamers bij het miljoenenproject Uithoflijn. Als dit soort aanbevelingen wordt gedaan, is zo’n beetje alles wat er fout kon gaan, fout gegaan. Dat het niet nog verder uit de hand loopt is vooral te danken aan het goede werk van de projectorganisatie. Je zou maar binnen zo’n bestuurlijke en ambtelijke puinhoop een tramlijn aan moeten leggen.
De politieke zwaarte van dit rapport is er wat de SGP betreft voor vandaag wel af. De VVD gedeputeerde die het contract heeft gesloten is weggegaan en gedeputeerde Verbeek is begin dit jaar afgetreden vanwege een vernietigende vervolgauditrapportage. Destijds hebben wij er al op gewezen dat er vanuit de stad een naar spelletje is gespeeld om de aandacht af te leiden van het eigen politieke falen. Dat blijkt nu wel..
Er zouden veel vragen te stellen zijn over de organisatiestructuur, over de manier van rapporteren, over de absurde manier waarop met mensen is omgegaan, over de manier waarop twee bestuurders zich hebben gedragen als waren ze verzeild in een schoolpleinruzie en natuurlijk over het moment van informeren van de Staten over de op handen zijnde vertraging. Maar goed.. als we maar een schaalmodelletje hebben voor op het bureau.
Wij willen ons vandaag concentreren op twee onderwerpen, die samenkomen in de berucht geworden mislukte interventie van december 2016, waarmee twee mensen op straat zijn gezet. We hebben al eerder vragen gesteld bij deze interventie en de rapporten van Integis en de Rekenkamers hebben dat bevestigd. Er was geen dossier die de grondslag vormde tot de interventie. De gesprekken met BAM die vlak voor de interventie hebben plaatsgevonden, zijn niet genotuleerd. En als klap op de vuurpijl is de Adviesraad Tram niet betrokken bij de interventie, terwijl deze kort tevoren wél betrokken was bij een mediation tussen de voormalig projectleider en het hoofd van de afdeling OV van de provincie. Waarom niet terwijl de directeur van de projectorganisatie met de adviesraad in gesprek was over contractsturing?
Met alle informatie die we intussen tot ons hebben kunnen nemen, kunnen we concluderen dat er voor die interventie twee redenen waren: de relatie tussen de projectdirecteur en de aannemer BAM was slecht én de relatie tussen de projectdirecteur en de afdelingsmanager OV was slecht. Voorzitter, ik hoop dat het voor het college duidelijk is dat het voor ons nog helemaal niet zo zeker is dat iemand als aanvoerder van de projectorganisatie slecht functioneert als hij een slechte relatie heeft met zowel BAM als de afdelingsmanager OV.
Allereerst de relatie met BAM. De verhaallijn van het college was altijd dat de relatie met BAM tot december 2016 buitengewoon beroerd was, maar daarna significant verbeterde. BAM is het daar niet mee eens. En dat hoeft ook niet. U streeft naar een goede relatie. Bent u het met ons eens dat het veel beter is om te streven naar een zakelijke relatie waarin ieder wordt aangesproken op zijn verantwoordelijkheid en afspraken?
Dan de relatie met de afdelingsmanager OV. Laat ik er maar meteen heel duidelijk over zijn: voor ons zit hier de grootste zorg. Wij hebben serieuze vragen bij de huidige planning voor een werkend tramvervoersysteem in 2019 en die vraagtekens zitten bij de afdeling OV. Uit de onderzoeken komt een ontluisterend beeld naar voren: de top van de afdeling OV deed niks met de audit. Pas in 2018 (!) werd de integrale verantwoordelijkheid voor het werkend tramvervoersysteem formeel belegd. De Adviesraad had dit al in 2014 aangekaart. Het verbaast ons dan ook niet dat wij van de Rekenkamer te horen krijgen dat de actuele risico’s vooral liggen bij de verantwoordelijkheden van de afdeling OV. Ook in de laatste voortgangsrapportage komen we dat plotseling tegen. Wij roepen de gedeputeerde op ons nauwgezet op de hoogte te houden van de manier waarop binnen de provincie opvolging wordt gegeven aan de vervolgaudit van 2017 en aan de actuele adviezen van de Adviesraad Tram.
Tot slot, voorzitter. Ik ben in mijn inbreng kritisch geweest op een deel van de ambtelijke organisatie. Ik wil graag benadrukken dat mijn kritiek zich richt op de top van onze ambtelijke organisatie en de politieke aansturing daarvan. Onze fractie heeft grote waardering voor de uitvoerende ambtenaren. Wij vinden het onze verantwoordelijkheid als PS om er juist voor hen op toe te zien dat zij kunnen werken in een veilige, integere en goed georganiseerde organisatie.
Dat komt hen ten goede en met hen de gehele provincie. Wij wijzen het college en onze collega’s erop dat deze grondgedachte ten grondslag ligt aan de voor ons buitengewoon kritische houding in dit dossier. Wij zijn niet uit op politieke bloedbaden of politieke spelletjes. Integendeel. Wij hebben oprechte zorgen over de veiligheid, integriteit en goede organisatie van de top van ons provinciaal bestuur. Zolang de problemen die deze zorgen hebben opgewekt niet worden opgelost, zullen wij (vanuit onze plicht als volksvertegenwoordigers) onze kritische houding niet kunnen veranderen.
Voorzitter, het is vandaag veel gegaan over informatievoorziening. Wat ons opvalt, is dat we de informatie snippertje voor snippertje uit GS moeten trekken. Pas als GS denkt dat ze weten dat wij iets weten, komt die informatie onze kant op. We sluiten ons daarom helemaal aan bij de woorden die mevrouw De Haan van de ChristenUnie heeft uitgesproken over informatievoorziening.
Dan zie ik dat ik nog wat tijd over heb. En dan ga ik iets zeggen waarmee ik de coalitiepartijen op de kast jaag. Mijn stelling is: U wilt de cultuur van de organisatie niet veranderen. En dat blijkt uit uw stemgedrag. Wij hebben een jaar geleden een motie ingediend om de aanbevelingen vanuit de auditrapportage breder te trekken dan alleen het deel van de provinciale organisatie dat gaat over de Uithoflijn. Het is voor ons onbegrijpelijk dat alle coalitiepartijen daar toen tegenstemden. Nu neemt u de aanbevelingen van de Rekenkamer klakkeloos over, maar u bent dus niet intrinsiek gemotiveerd.