6 maart 2018

SGP: "Toezicht BZK kan nuttig zijn"

Anderhalve week geleden verscheen er in de NRC een artikel over het ontslag van een tweetal medewerkers van de provincie. Het is het zoveelste bedrijf in het drama Uithoflijn. In het artikel werd ook ingegaan op de afhandeling van een integriteitsmelding. Op dat laatste haakte onze accountant behoorlijk stevig in. Er is volgens de accountant aanvullend onderzoek nodig. Als dat niet voor de jaarrekening gebeurd is, kan die niet op tijd worden goedgekeurd door de accountant en komt de provincie onder toezicht van het ministerie van Binnenlandse Zaken terecht. Kortom, er zijn grote vragen gerezen bij de integriteit van de provinciale organisatie, en dat is niet de eerste keer. Voor de oppositie reden genoeg om een extra commissievergadering in te lassen over dit precaire onderwerp. Gisteravond debatteerden we drie uur lang over deze materie.

Namens de SGP stelde Pieter van Ojen zeven kernvragen:

  1. De provincie heeft een regeling voor klokkenluiders. De laatste versie stamt uit december 2017. Hoe is dat beleid (specifiek artikel 10, over de afhandeling van een melding van onrechtmatigheid) gewijzigd ten opzichte van de voorgaande versies?
  2. Uit de stukken blijkt dat er een Noord-Hollandse integriteitsambtenaar is ingehuurd om de klokkenluider te begeleiden. Wij hadden niet zo'n coördinerende integriteitsambtenaar. Hebben we die intussen al wel?
  3. In artikel 10 van de klokkenluidersregeling wordt vereist dat 'de provinciesecretaris het onderzoek opdraagt aan onderzoekers die onafhankelijk en onpartijdig zijn'. Het onderzoek is uitgevoerd door onze huisadvocaat. Dat betekent dat we de schijn tegen ons hebben. Dat moeten we echt niet willen. Is het daarom niet wijs om aan dit artikel toe te voegen dat die onderzoekers geen banden mogen hebben met de provincie?
  4. Is het college bereid het onderzoek over laten doen door een onafhankelijke partij, zonder banden met de provincie?
  5. De provincie heeft volgens de eigen brief de integriteitsmelding 'abusievelijk niet gemeld aan de accountant'. Hoe is dat in de wereld mogelijk? Dat is een wettelijke vereiste! Nu zitten we behoorlijk in de problemen.
  6. De accountant schrijft dat het onderzoek van de provincie mogelijk een te beperkte scope heeft gehad en dat er vanuit eenzijdig perspectief onderzoek is gedaan. Het college negeert dat, maar de SGP kan zich voorstellen dat het college daar niet blij mee is.
  7. Op 8 augustus 2017 schreef het Binnenlands Bestuur een artikel over het aantal negatieve beoordelingen van ambtenaren binnen de provincies. Daaruit bleek dat in 2016 geen nagatieve beoordelingen waren van Utrechtse ambtenaren. Op zich al opmerkelijk. Klopt dit artikel wel als er mensen op staande voet ontslagen worden? Of is dit ook weer nepnieuws?

Commissielid Bertrick van den Dikkenberg ging vervolgens meer in op het Mobiliteitsdeel. We zijn in de Statenbrief van eind 2016 op z'n minst mistig geïnformeerd. We lezen de stukken altijd grondig en kritisch, maar zelfs zo hadden we niet doorgrond dat de structuurwijziging met BAM zulke grote (financiële en organisatorische) gevolgen zou hebben. Hoe kan dat?

Al met al een kritisch debat. Meer onderzoek is echt nodig. Er komen steeds meer signalen dat er veel mis is met de provinciale organisatie. We staan er gekleurd op door de negatieve berichtgeving. Daarom zou toezicht vanuit het ministerie helemaal niet zo gek zijn. Het is natuurlijk nooit leuk om onder toezicht te staan, maar het kan wel aanleiding zijn om de boel eens flink op te schudden en de problemen echt op te lossen.