25 augustus 2017

SGP teleurgesteld en ontstemd over reactie college

Eerder deze maand stelde onze fractie per e-mail vragen aan het college over de fipronilaffaire. We hebben het college toen opgeroepen de pluimveesector te steunen door stevig voor ze op te komen in de richting van staatssecretaris Van Dam. We verwezen daarbij naar een brief van de provincies Groningen, Friesland en Drenthe. Lees de complete mail hier:  https://utrecht.sgp.nl/actueel/sgp-vraagt-actie-in-fipronilaffaire/7086

Intussen hebben we antwoord gehad van het college. We zijn over dat antwoord heel teleurgesteld. We zien een college dat teveel achterover leunt. Het college beweert bijvoorbeeld dat Den Haag 'voldoende doordrongen is' van het belang van deze affaire. Dat hebben wij nog niet opgemerkt. Daarom hebben we in een vervolgmail aangedrongen op veel meer actie in de richting van Den Haag. Het kan niet zo zijn dat een sector in zwaar weer verkeert en de provincie Utrecht haar lobby, waar ze normaal prat op gaat, helemaal laat rusten.

Zie hieronder de mail van het college en onze reactie daarop:

Mail college

Geachte heer Van Leeuwen, beste Gijs,

Wij delen uw zorgen: in de provincie Utrecht zijn zeker 12 pluimveebedrijven getroffen door de fipronil affaire. Dit heeft voor deze bedrijven ernstige gevolgen. De blokkering leidt tot een forse financiële schadepost voor de betrokken ondernemers en zorgt bij hen voor onzekerheid over de toekomst. De zaak is daarom ook in GS aan de orde gekomen. Uiteraard voelen wij ons betrokken bij deze ingrijpende kwestie en houden wij contact met de ondernemers en hun organisaties.

De fipronil affaire heeft ook de volle aandacht van de landelijke politiek. De verantwoordelijke bewindslieden minister Schippers van Volksgezondheid en staatssecretaris Van Dam van Economische Zaken hebben over deze kwestie ook uitgebreid contact gehad met de Tweede Kamer en morgen komt de Tweede Kamer in spoedoverleg bijeen over deze kwestie. In de landelijke politiek zijn de vragen die in de brief van de noordelijke provincies gesteld worden ook uitgebreid aan de orde gekomen en zullen morgen verder besproken worden. Als provincie hebben wij formeel geen rol en verantwoordelijkheid in de fipronil zaak. Regelgeving voor gebruik van stoffen in de landbouw, de organisatie van de NVWA en mogelijke ondersteuningsregelingen voor de pluimveesector vallen onder de verantwoordelijkheid van het Rijk. Bovendien is onze indruk dat de verantwoordelijke bewindslieden en de Tweede Kamer voldoende doordrongen zijn van het belang van de fipronil affaire en de gevolgen voor de pluimveebedrijven.

Om die reden vinden wij dat op dit moment een brief waarin bij de landelijke politiek aandacht gevraagd wordt voor de fipronil affaire geen meerwaarde heeft. Afhankelijk van de ontwikkelingen zullen wij doen wat wij nodig achten. Voor een meer inhoudelijke reactie op de zaak wijzen we graag op de Statenvragen die de CDA-fractie GS gesteld heeft en die wij spoedig zullen beantwoorden.


Hoogachtend,
college van gedeputeerde staten van Utrecht,
namens hen,

drs. M.W.J. (Mirjam) Maasdam-Hoevers,
gedeputeerde Landelijk gebied, Natuur, Transformatieopgaven en Omgevingsvisie

 

Onze reactie

Geachte mevrouw Maasdam, beste Mirjam,

Dank voor uw reactie.

Onze fractie is bijzonder teleurgesteld over de reactie van dit college. Waar deze week nog eens 8 gemeenten en de provincie Gelderland aandacht hebben gevraagd voor de grote gevolgen die de fipronilaffaire voor de pluimveesector heeft, weigert het college van de provincie Utrecht ook maar contact op te nemen met de staatssecretaris van Landbouw. Waar de provincie Utrecht normaliter prat gaat op haar krachtige lobby, tot in Europa toe, heeft nu een actieve steun voor de getroffen pluimveehouders 'geen meerwaarde'.

We zijn zeer verbaasd over precies de onderstreepte woorden. Op dit moment. Wat moet er nog gebeuren wil dit college in actie komen? De directe schade van deze affaire voor de sector is 33 miljoen. Verschillende bedrijven staan op omvallen (zo liet staatssecretaris Van Dam in het Kamerdebat weten). Nog steeds is er in grote delen van de sector grote onzekerheid over perspectief op het einde van deze crisis. Intussen laat staatssecretaris Van Dam weten dat er geen (onderzoek naar een) compensatieregeling komt. Nogmaals, wat moet er dan gebeuren om dit college in beweging te krijgen?

Uit het Kamerdebat leiden wij af dat slechts uit de reactie op één van de door ons aangehaalde vragen zou kunnen blijken dat de staatssecretaris 'voldoende is doordrongen' van het belang van deze crisis. Er is intussen een commissie ingesteld om deze crisis te onderzoeken. Drie van de door ons aangehaalde vragen staan echter nog steeds open.
- Individuele boeren worden nog steeds geconfronteerd met grote onzekerheid als het gaat over het toekomstperspectief voor hun bedrijf. Het vrijgeven van bedrijven door de NVWA loopt bijvoorbeeld moeizaam en haperend. Een onderzoek van een halfjaar mag niet verhinderen de concrete en actuele problemen van vandaag aan te pakken. - Het is niet duidelijk waarom België wel onderzoek wil doen naar mogelijke compensatie en Nederland niet. - Het is ook nog steeds niet duidelijk of er in Europa een gelijk speelveld is of dat de regels in België en Duitsland toch soepeler zijn dan in Nederland.

Voor een meer inhoudelijke reactie verwijst u naar beantwoording van schriftelijke vragen. Het was juist vanwege de urgentie dat we rechtstreeks een oproep hebben gedaan en niet met schriftelijke vragen gekomen zijn (die gebruikelijk weken op een antwoord wachten). Wij hadden ook gehoopt dat u voor het kamerdebat nog zou reageren naar de staatssecretaris. Gemiste kans. Jammer.

Met vriendelijke groeten,
Gijs van Leeuwen
Fractievoorzitter