17 december 2018
Achtergrond Dolderseweg
Ongeveer tien maanden is er aan gewerkt: het rapport van de Randstedelijke Rekenkamer over de verkoop van vier kavels aan de Dolderseweg in Huis ter Heide. Een stevig rapport van 105 pagina’s maakt gehakt van de gevolgde procedure en de manier waarop zowel de gedeputeerde als de organisatie dit vervolgens hebben toegedekt.
Geschiedenis
Van 12 mei tot en met 6 juni 2017 stonden in Huis ter Heide vier bouwkavels te koop. Namens de provincie aangeboden door een makelaar. De kavels werden verkocht, maar nadien is er veel rumoer ontstaan over het proces. Mensen zijn ondanks getoonde belangstelling niet geïnformeerd en er werd opmerkelijk weinig ruchtbaarheid gegeven aan de verkoop. Het proces en de klachten die over dat proces geuit werden, waren voor de PVV-fractie in de Staten reden om een serie kritische vragen te stellen. Als er op die vragen een goed antwoord was gekomen, had geen van de fracties ooit meer behoefte gehad om over de Dolderseweg te praten. Probleem was dat er geen antwoorden werden gegeven. Iedere keer werd gezegd dat het proces goed was gelopen en dat er alleen een paar schoonheidsfoutjes zijn gemaakt. Intussen kwamen echter steeds meer grote(re) fouten aan het licht. Ondanks dat sommige vragen stelselmatig werden genegeerd, doemde er langzamerhand het beeld op van een slordig proces waarin grote fouten zijn gemaakt. Voor de SGP was intussen duidelijk dat dit hele proces tot op de bodem moest worden onderzocht. Toen het college vervolgens in december opeens op eigen initiatief de verkoop stillegde en een onderzoek aankondigde, heeft Gijs van Leeuwen namens de SGP het initiatief genomen om een motie in te dienen, waarin werd uitgesproken dat PS het onderzoek zelf in handen zou houden. Die motie werd, nadat de stemmen eerst staakten, uiteindelijk aangenomen. Daarop is de Rekenkamer aan het werk gegaan.
Rommelig proces
De Rekenkamer trekt keiharde conclusies over het hele proces: de provincie wilde graag dat er niet meer dan acht woningen zouden komen op de kavels in Soesterberg, maar dit was nergens vastgelegd. Zonder commotie zou de gedeputeerde in oktober een overeenkomst hebben getekend waarin was opgenomen dat minimaal negen woningen mochten worden gebouwd. Betrokken externe medewerkers blijken geen integriteitsverklaring te hebben hoeven tekenen. De verkoopprocedure werd ernstig beïnvloed door een onderhands bod dat vóór de hele procedure werd gedaan door de koper. Zowel de doorloopsnelheid als de hoogte van de vraagprijs worden er door gekleurd. De keuze van een makelaar die de kavels mocht verkopen, is vervolgens heel duidelijk beïnvloed door één externe medewerker. Zijn zelfbedachte criteria zorgden ervoor dat een andere makelaar werd gekozen dan de makelaar die uit de selectie op basis van de officiële criteria zijn gekomen. De vraagprijs is lager dan de door de benaderde makelaars ingeschatte marktwaarde. De uiteindelijk geselecteerde makelaar is vervolgens vergeten twee geïnteresseerden te benaderen met de vraag om mee te doen en bij de opening van de gesloten enveloppen bleken er daarvan al één of twee open te zijn. Waarschijnlijk waren dus alle biedingen al bekend voor opening. Een half uur voor sluiting van de termijn kwam het winnende bod binnen: hetzelfde als de onderhandse bieding van voor de officiële procedure.
Toedekken
De houding van zowel de gedeputeerde als de provinciale organisatie nadien kan worden samengevat met de woorden: wegkijken en toedekken. Toen één van de geïnteresseerden erachter kwam dat hij niet meer mee kon doen aan de verkoopprocedure is hij hiertegen bezwaar gaan aantekenen. Antwoorden aan hem waren ‘juridisch ingestoken’, zegt de Rekenkamer. Er is ‘weinig gebruik gemaakt van een dialoog om tot een oplossing te komen’. Toen er ook nog Statenvragen en debatten kwamen, werd het helemaal erg. Vragen werden niet volledig beantwoord en de gedeputeerde legde een brief van huisadvocaat VBK ter inzage, zonder erbij te vermelden dat er een maand eerder nog een ander advies was geschreven door deze advocaat. In die eerdere brief werd bijvoorbeeld gezegd dat er geen geschikte kaders waren voor de verkoop van kavels door de provincie. Een onderwerp waar meerdere Statenleden expliciet naar hebben gevraagd. Deze informatie werd niet met de Staten gedeeld. Toen de Rekenkamer eenmaal aan het onderzoek begonnen was, werd er slecht meegewerkt met een onderzoek. Meerdere keren moest de hulp van de begeleidingscommissie worden ingeschakeld om de antwoorden te krijgen. Informatie bleek soms maar gedeeltelijk te kloppen of incompleet te zijn. Ook de gedeputeerde draaide in een gesprek met het recherchebureau om de feiten heen.
Conclusie
Wat de SGP betreft, is het heel duidelijk dat in dit proces grote fouten zijn gemaakt. Dat is erg, maar nog veel erger is dat deze fouten zijn toegedekt. Dat laatste is wat onze fractie betreft een ‘politieke doodzonde’. Wij zien niet hoe deze gedeputeerde nog geloofwaardig kan functioneren. Daarnaast zal er veel voor nodig zijn om ons ervan te overtuigen dat er in de organisatie nu voldoende waarborgen zijn ingebouwd om te voorkomen dat dergelijke fouten opnieuw gemaakt kunnen worden. De gevolgde verkoopprocedure moet wat ons betreft in ieder geval over. Wat dat betreft zien wij het rapport maar als een bevestiging van de motie die wij vorig jaar hebben gesteund om de verkoopprocedure opnieuw te beginnen.
Inbreng
De SGP-inbreng bij het debat leest u hier: https://utrecht.sgp.nl/actueel/sgp-ps-onjuist-ontijdig-en-onvolledig-geinformeerd/10021