18 mei 2017
SGP: Zet goede weilanden niet onder water
Deze week heeft onze fractie weer schriftelijke vragen gesteld. Dit keer gingen ze over de vernatting van de natuur. Het college heeft in zijn Natuurbeheerplan 2018 namelijk opnieuw de ambitie opgenomen om goede agrarische grond in grote delen van de provincie om te zetten naar natuurtypen als moeras.
Statenlid Piet van Leeuwen licht zijn vragen toe: ‘Het is voor ons onbegrijpelijk dat goede agrarische grond wordt omgezet in moeras. Hoe krijg je het verzonnen? Koeien in de wei is ook natuur wat ons betreft.’ De SGP legt in de vragen de vinger vooral bij de nadelige gevolgen voor de agrarische sector. ‘We zijn tweede exporteur van de wereld op de agrarische markt. Dat betekent dat we een belangrijke factor zijn in de wereldwijde voedselvoorziening. Dan kun je toch je weilanden niet onder water gaan zetten?’ Verder wijst de SGP op de nadelige gevolgen die de vernatting van natuurgebieden heeft op de volksgezondheid.
De SGP-fractie hoopt met de vragen te bereiken dat het college deze ambitie in het natuurbeleid gaat heroverwegen. Van Leeuwen: ‘Hopelijk kunnen we met onze vragen bereiken dat minder agrarische grond wordt omgezet in moerassige ‘natuurgebieden.’’
Hieronder volgen de vragen, zoals we ze hebben ingediend:
Wij hebben kennis genomen van Natuurbeheerplan 2018. Op het ontwerp van dit plan is eerder een inspraak geweest bij de commissie Ruimte, Groen en Water (RGW).
In het beheerplan wordt aangegeven dat de provincie in grote delen van de provincie de ambitie heeft moeras, veenmosrietland, moerasheide en nat schraalland te realiseren. Dit klinkt mooi, maar in de praktijk gaat dit vaak ten koste van goede agrarische grond.
1. Is het college het met ons eens dat agrarisch weideland natuur is?
2. Is het college het met ons eens dat goede agrarische grond omzetten in onvruchtbare moerasgronden onverantwoord is met het oog op de grote hoeveelheid mensen die wereldwijd honger lijden?
3. Is het college op de hoogte van het rapport ‘Verkenning van de steekmuggen- en knuttenproblematiek bij klimaatverandering en vernatting’?
4. Zo ja, hoe heeft het college dit rapport betrokken bij de afweging of deze provinciale ambitie verstandig is?
Onze fractie is van mening dat het omzetten van goede weidegrond naar bijvoorbeeld moeras niet is uit te leggen in het kader van de wereldwijde honger. De Nederlandse agrarische sector is een belangrijke factor in de wereldwijde voedselvoorziening. Blijkens bovengenoemde rapportage is vernatting van de natuur bovendien een potentieel gevaar voor de volksgezondheid.
5. Is het college met het oog op bovenstaande bereid de nu geldende ambitie los te laten?