2 september 2022

SGP: Stapeling van eisen knelt woningbouw af

Voor de tweede keer stelt de provincie een kader vast voor Regionaal Programmeren, de nieuwe werkwijze om vast te stellen waar er gebouwd mag worden. Het kader werd deze week besproken in de commissie Ruimte, Groen en Water, waar commissielid Frans Hazeleger het woord voerde. 

Onze conclusie is dat er hier de komende jaren weinig van de grond gaat komen. De aantallen zijn op zichzelf fors (al spelen ook hier bij gemeenten vragen), maar er is sprake van een enorme stapeling van eisen:

  • Tot nog toe was de eis dat 50% van de te bouwen woningen betaalbaar (d.w.z. goedkopere koop en maximaal middeldure huur). Dat wordt nu 66%. Een stevige verhoging, wat forse impact heeft op de haalbaarheid van projecten in met namelijke de stedelijke omgeving.
  • Er wordt een heel strakke mobiliteitstoets gehanteerd, waardoor de meer landelijke gebieden regelmatig een blokkade tegenkomen van de kant van de provincie. De gemeenten Bunnik en Wijk bij Duurstede stuurden niet voor niets hun wethouder om te komen inspreken. 
  • Er is rondom NNN-gebieden veel minder flexibiliteit dan voorheen, waardoor het op veel plekken omogelijk is geworden om nog te bouwen. 
  • Daarbovenop komen nog een keer alle duurzaamheidseisen.

Al met al ontstaat er op deze manier een onrendabele top, waarvan de provincie op dit moment nog geen idee heeft hoe groot deze precies is. De problematiek stapelt zich steeds verder op en dit kader vergroot deze problemen alleen maar en geeft geen oplossing.

De ruimte voor extra bedrijventerreinen is nog veel kleiner. Ondanks dat bij gemeenten sterke behoefte is om hun lokale bedrijvigheid ruimte te geven, wil de provincie hier nog steeds weinig aan toegeven, omdat er eerst geïntensiveerd moet worden. Wij staan achter de ambitie om bedrijventerreinen beter te benutten, maar we zien nu bedrijven vertrekken, omdat er gewoon echt te weinig ontwikkelingsruimte is. Dat kan niet de bedoeling zijn.

We zijn wel blij met de extra ruimte voor flexibilteit die geschapen wordt voor kantoorruimte en met de toezegging dat nieuw onderzoek wordt gedaan voorafgaand aan de derde ronde. Dit kan leiden tot wezenlijke bijstelling van het kantorenbeleid waartegen wij ons in de definitieve vorm hebben uitgesproken.