23 september 2020

SGP: Provincie moet rol als middenbestuur pakken


Er stonden vandaag twee heel verschillende onderwerpen op de agenda, waar de SGP dezelfde boodschap had: de provincie moet haar rol als middenbestuur pakken. 

's Morgens ging het in de commissie Omgevingsvisie over het Kader Regionale Programmering Wonen en Bedrijventerreinen. In dit document zet het college uiteen hoe de nieuwe werkwijze om te bepalen waar gemeenten huizen en bedrijventerreinen mogen gaan bouwen in de toekomst. We hebben daar al eerder over gediscussieerd, dus op de meeste punten zijn de standpunten wel uitgewisseld. Toch bleven er nog heel wat vragen over. SGP-commissielid Frans Hazeleger stelde één centraal punt aan de orde: de rol van de provincie in de gesprekken in regio's om tot de programmering te komen. 'Wat ons betreft zou de provincie als middenbestuur ervoor moeten zorgen dat een kleine gemeente als Woudenberg in een regio Amersfoort met grote gemeenten als Amersfoort en Soest niet ondersneeuwen. Zeker nu het college heel beperkt ruimte biedt aan bedrijventerreinen (in de regio Amersfoort mag 22 hectare geraliseerd worden, terwijl 84 benodigd is) wordt dit punt heel dringend.' De provincie moet als onafhankelijke partij goed toetsen en niet als een robot achter de regio aanlopen. 

's Middags stonden de concept-biedingen van de RES op de agenda. Tijdens dit punt riep ook SGP-er Bertrick van den Dikkenberg het college op de rol als middenbestuur op te pakken. ' De provincie is relevant als middenbestuur. Op dit moment lijkt de provincie vooral als participant aan te schuiven aan de RES-tafels om de regio’s op te stuwen om de doelstellingen van het Klimaatakkoord te halen. Wij zouden veel liever zien dat de provincie als bewaker van de Utrechtse kwaliteiten toe gaat zien op randvoorwaarden die belangrijk zijn voor onze inwoners. De provincie zou bijvoorbeeld aandacht moeten vragen voor de gezondheid van inwoners, het beperken van geluidsoverlast, het belang van participatie etc. Ook zien wij graag dat de provincie er zorg voor draagt dat er voldoende spreiding plaats vindt van bijvoorbeeld windmolenclusters, zodat bewoners aan gemeentegrenzen, infrastructuur of regiogrenzen niet geconfronteerd worden met de molens van 2, 3 of in sommige gevallen zelfs 4 gemeenten. Hoe gaat de gedeputeerde hierop toezien? Kan de gedeputeerde ons informeren over de invulling van de rol van middenbestuur bij de definitieve biedingen met aandacht voor de hiervoor genoemde onderwerpen.'